Groepsaccommodaties in Genemuiden

Genemuiden is een stad in de gemeente Zwartewaterland met ongeveer 10000 inwoners. De stad ligt aan het Zwarte Water en is de op twee na grootste stad van Noordwest-Overijssel, ook wel de Kop van Overijssel genoemd. Alleen de steden Kampen en Steenwijk zijn groter.

In 1275 kreeg Genemuiden stadsrechten van Jan van Nassau. Bisschop Jan van Arkel schonk de stad het veerrecht over het Zwarte Water tegen een jaarlijkse leverantie van zestig pond was voor het maken van kaarsen. In 1382 verwierf men het recht tot het houden van drie jaarmarkten. De plaats werd er rijk van en bouwde een stadhuis.

De biezenteelt werd in Genemuiden vanaf de 16e eeuw beoefend. In de 17e en 18e eeuw werd het verwerken van biezen een belangrijke bron van inkomsten voor de stad. Vooral het vervaardigen van stoelzittingen (door stoelenmatters) was een belangrijke activiteit. Dit geschiedde in de vorm van huisarbeid. Na de Tweede Wereldoorlog ging men over op de productie van kokosmatten. Na 1965 begon de neergang van dit type mat en ging men over op de vervaardiging van zachte vloerbedekking. Hieruit heeft zich in Genemuiden de moderne tapijtindustrie ontwikkeld, die in 2010 meer dan de helft van alle Nederlandse wollen en nylon vloerbedekking produceerde. Tegenwoordig wordt er in Genemuiden ook veel kunstgras voor sportvelden geproduceerd.

Ieder jaar, op de derde dinsdag in oktober, wordt de ‘biestemærk’ in Genemuiden gehouden. Oorspronkelijk was dit een jaarmarkt waarop dieren verkocht werden. In de week voor de biestemærk worden op het Havenplein (het centrale plein van Genemuiden) kermisattracties opgebouwd. Het is een traditie om op de dag van de biestemærk snert (ofwel erwtensoep) te eten. Grafhorst kent een kleinere editie van de biestemærk, waar het een traditie is om dan paling te eten.

Bekijk ook de andere groepsaccommodaties in Overijssel

In 1275 kreeg Genemuiden stadsrechten van Jan van Nassau. Bisschop Jan van Arkel schonk de stad het veerrecht over het Zwarte Water tegen een jaarlijkse leverantie van zestig pond was voor het maken van kaarsen. In 1382 verwierf men het recht tot het houden van drie jaarmarkten. De plaats werd er rijk van en bouwde een stadhuis.

De biezenteelt werd in Genemuiden vanaf de 16e eeuw beoefend. In de 17e en 18e eeuw werd het verwerken van biezen een belangrijke bron van inkomsten voor de stad. Vooral het vervaardigen van stoelzittingen (door stoelenmatters) was een belangrijke activiteit. Dit geschiedde in de vorm van huisarbeid. Na de Tweede Wereldoorlog ging men over op de productie van kokosmatten. Na 1965 begon de neergang van dit type mat en ging men over op de vervaardiging van zachte vloerbedekking. Hieruit heeft zich in Genemuiden de moderne tapijtindustrie ontwikkeld, die in 2010 meer dan de helft van alle Nederlandse wollen en nylon vloerbedekking produceerde. Tegenwoordig wordt er in Genemuiden ook veel kunstgras voor sportvelden geproduceerd.

Ieder jaar, op de derde dinsdag in oktober, wordt de ‘biestemærk’ in Genemuiden gehouden. Oorspronkelijk was dit een jaarmarkt waarop dieren verkocht werden. In de week voor de biestemærk worden op het Havenplein (het centrale plein van Genemuiden) kermisattracties opgebouwd. Het is een traditie om op de dag van de biestemærk snert (ofwel erwtensoep) te eten. Grafhorst kent een kleinere editie van de biestemærk, waar het een traditie is om dan paling te eten.

Bekijk ook de andere groepsaccommodaties in Overijssel