Groepsaccommodaties in Diepenheim
Maak je keuze simpeler
Diepenheim (Nedersaksisch: Deep’n) is een stadje in de gemeente Hof van Twente in de Nederlandse provincie Overijssel, gelegen aan de Regge. Diepenheim is een centrum voor de beeldende kunst en staat ook bekend om de kastelen en havezaten en de in stijl aangelegde tuinen en parken.
Diepenheim is een van de acht middeleeuwse steden in Twente. Het is ontstaan in de heerlijkheid Diepenheim, die eerst in bezit was van de Heren van Diepenheim en in de tweede helft van de twaalfde eeuw door het huwelijk van de erfdochter Regenwice van Diepenheim in handen kwam van de graven van Dahl. In 1331 werd de heerlijkheid verkocht aan de bisschop van Utrecht.
In 1224 werd de kapel van het Huis Diepenheim verheven tot parochiekerk en het bijbehorende grondgebied afgescheiden van de parochie Markelo, waar Diepenheim tot dan kerkelijk toe behoorde. De kerk is gewijd aan de Johannes de Evangelisten doet sinds de 17e eeuw dienst als Nederlands-Hervormde kerk (zie Johanneskerk). Gedurende de Reformatie ging de bevolking van Diepenheim overwegend wél over tot het protestantisme, maar bleef de bevolking van de tot Diepenheim behorende buurtschap Markvelde in grote meerderheid Rooms-katholiek.
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Twentse steden Enschede of Oldenzaal, is de industrialisatie in de 19de eeuw en daarna aan Diepenheim voorbijgegaan. Het is qua inwoners de kleinste Twentse stad gebleven. Vandaar de troetelnaam Stedeke. Mede door de aanwezigheid van de feodale landgoederen en kastelen rondom de kern heeft het door de eeuwen heen zijn landelijke karakter behouden. Tot ver in de 20e eeuw is arbeid in de agrarische sector de belangrijkste bron van inkomsten voor de inwoners geweest. Voor zover bekend heeft Diepenheim officieel nooit stadsrechten gekregen. Wel schijnt de heer van Diepenheim een soort stadsrecht te hebben verstrekt. Een document daarover zou in 1597, toen het oud-archief door brand is verwoest, verloren zijn gegaan. Het stadsrecht is in 1602 opnieuw op papier gezet in de vorm van het nieuwe stadsboek.