Groepsaccommodaties in Zuidoostbeemster
Maak je keuze simpeler
Zuidoostbeemster is een dorp in de gemeente Beemster in de Nederlandse provincie Noord-Holland, vlak bij Purmerend met ongeveer 3000 inwoners. Zuidoostbeemster staat bekend om het Beemster Arboretum.
Zuidoostbeemster groeide vanaf 1850 langzaam tot een dorp. Dit nadat de concentratie buitenplaatsen verdwenen waren, de hoek waarin het dorp ligt werd altijd verzameld Zuidoostbeemster genoemd, waaronder toen ook de buurtschap Halfweg grotendeels viel. Halfweg was de grootste buurt in Zuidoostbeemster. Toch is het dorp Zuidoostbeemster niet vanuit die plaats gegroeid.
Het groeide vanuit de hoek van Purmerend. Het waren gepensioneerde veehouders uit de Purmer en Purmerend. Deze waren ook gehecht aan de veemarkt van Purmerend en wilde daarom zo dicht mogelijk wonen bij de stad. Het werd daarom al vrij snel gezien als een voorstad of polderwijk van de stad Purmerend. De eerste generatie bouwde een slag kleinere stolpen dan de bekende boerenstolpen.
Tussen 1918 en 1940 volgde nieuwe tuinders- en rentenierswoningen, alsook de nieuwe straten. In 1920 kocht de gemeente Beemster grond van de boeren om te voorkomen dat de gemeente Purmerend het groeiende Zuidoostbeemster zou annexeren en er op grote schaal zou gaan bouwen ter uitbreiding van de stad. Wel werd op de gekochte grond gebouwd. De plaats bleef groeien.
De hele Beemster werd in 1958 langzaam de groei geremd. Zuidoostbeemster groeide nog flink in de jaren zestig. Maar de groei die de gemeente Beemster wilde kwam er niet omdat de Provinciaal Planologische Dienst (PPD) van de provincie Noord-Holland een groene buffer moest blijven in de steeds meer verstedelijkende omgeving. PPD wilde vooral voorkomen dat de Beemster, met namen Middenbeemster en Zuidoostbeemster slaapverblijf werd van de inwoners van Amsterdam. Door de PPD werden andere plaatsen in het noorden van de provincie als betere groeikernen geduid. Zuidoosterbeemster is wel licht blijven groeien.
Zuidoostbeemster groeide vanaf 1850 langzaam tot een dorp. Dit nadat de concentratie buitenplaatsen verdwenen waren, de hoek waarin het dorp ligt werd altijd verzameld Zuidoostbeemster genoemd, waaronder toen ook de buurtschap Halfweg grotendeels viel. Halfweg was de grootste buurt in Zuidoostbeemster. Toch is het dorp Zuidoostbeemster niet vanuit die plaats gegroeid.
Het groeide vanuit de hoek van Purmerend. Het waren gepensioneerde veehouders uit de Purmer en Purmerend. Deze waren ook gehecht aan de veemarkt van Purmerend en wilde daarom zo dicht mogelijk wonen bij de stad. Het werd daarom al vrij snel gezien als een voorstad of polderwijk van de stad Purmerend. De eerste generatie bouwde een slag kleinere stolpen dan de bekende boerenstolpen.
Tussen 1918 en 1940 volgde nieuwe tuinders- en rentenierswoningen, alsook de nieuwe straten. In 1920 kocht de gemeente Beemster grond van de boeren om te voorkomen dat de gemeente Purmerend het groeiende Zuidoostbeemster zou annexeren en er op grote schaal zou gaan bouwen ter uitbreiding van de stad. Wel werd op de gekochte grond gebouwd. De plaats bleef groeien.
De hele Beemster werd in 1958 langzaam de groei geremd. Zuidoostbeemster groeide nog flink in de jaren zestig. Maar de groei die de gemeente Beemster wilde kwam er niet omdat de Provinciaal Planologische Dienst (PPD) van de provincie Noord-Holland een groene buffer moest blijven in de steeds meer verstedelijkende omgeving. PPD wilde vooral voorkomen dat de Beemster, met namen Middenbeemster en Zuidoostbeemster slaapverblijf werd van de inwoners van Amsterdam. Door de PPD werden andere plaatsen in het noorden van de provincie als betere groeikernen geduid. Zuidoosterbeemster is wel licht blijven groeien.